donderdag, december 01, 2005

Winona

Dat is een interessante vraag. Een mogelijk antwoord ligt in concepten als 'after-image', zoals Ben van Berkel dat definieert. Een after-image is datgene dat je je nog kunt herinneren van een gebouw. Een sterkere after-image zou dan gelijk kunnen staan met een betere architectuur. Dat klinkt misschien abstract, maar misschien moeten we proberen te denken in ervaringen en die ervaringen met elkaar te vergelijken, in plaats van 'plaatjes' met elkaar te vergelijken.

Verder wil ik niet de risico's van iconografische architectuur ontkennen of bagataliseren. Het lijkt mij een groter risico 'iconografie' a-priori af te wijzen als iets dat niet deugt.

Ik was laatst in het Scheepvaart College in Rotterdam van Neutelings Riedijk. Alles aan dat gebouw is ondergedompeld in de iconografie van de scheepvaart: De gevel - gestapeld containers; overstek - hijskraan; bekleding collegezaal - zwemvesten; kasten - houten marine-kasten; de raampjes in de deuren - patrijspoorten; verlaagd plafond - zeildoek.

Dat is een extreem letterlijke rendering van iconografie. Alejandro zou dat nooit zo letterlijk doen. Hoe ver kun je ermee gaan?

Ik wil tenslotte benadrukken dat het lijkt alsof iconografie in de geschiedenis nog nooit zo'n prominente positie heeft ingenomen in de architectuur, in ieder geval in NL niet, en dat het daarom van ultiem belang is over dit onderwerp na te denken en te debatteren. In ons congres komt het trouwens alleen zijdelings ter sprake met sprekers als Neutelings, Kamiel (van NL) en Alejandro.